We maken gebruik van cookies

Accepteer

Lenen van of aan BV: Wat zijn de mogelijkheden?

Als directeur-grootaandeelhouder wil je wellicht af en toe geld van of aan de BV lenen. Dat is uiteraard toegestaan, maar het is wel verstandig om eerst goed te kijken naar de mogelijkheden en de financiële gevolgen. Als je de geldende voorwaarden niet correct naleeft, kun je behoorlijk in de problemen komen.

Lenen van de BV

Jouw BV kan haar overtollige liquiditeiten aan je in privé lenen. De rente die de BV daarover ontvangt, verhoogt de winst. De BV is hierover vennootschapsbelasting verschuldigd van 20%, dan wel 25%.

Het doel waarvoor je de lening aangaat, bepaalt hoe fiscaal gezien de lening in privé wordt behandeld. Voor consumptieve doeleinden of privébeleggingen valt de lening in box 3 en verlaagt hier het te belasten vermogen. De rente die je betaalt is echter niet aftrekbaar in box 1. Maar leen je geld van jouw BV voor de eigen woning, dan mag je de rente mogelijk wel aftrekken in box 1. Hier hier alles over de indeling van de boxen. 

Is lenen van de BV interessant?

Het geld dat de BV aan jou in privé leent, kan niet meer worden gebruikt. De BV kan hierdoor dus beleggingsrendement mislopen. Ook bestaat de kans dat jouw BV (tijdelijk) niet meer in staat is om belangrijke investeringen te doen. Óf het lenen van jouw BV voor jou interessant is, is daarom niet op voorhand te zeggen.

Lenen aan jouw BV

Een lening aan jouw BV leidt tot extra lasten, waardoor de winst wordt verlaagd. Per saldo genereert jouw BV hierdoor minder winst, met als direct gevolg dat de BV ook minder dividend aan je kan uitkeren in privé. De fiscus ziet leningen aan de BV in privé als een terbeschikkingstelling en opgenomen in box 1. Hierdoor moet je progressief belasting betalen over de rente-inkomsten. Je hebt daarbij wel recht op de terbeschikkingstellingsvrijstelling van 12%. Voor leningen onder de € 17.500 mag de rente achterwege blijven.

Argumenten voor en tegen

Lenen aan de BV is financieel gezien vaak nadelig. Toch kunnen er goede redenen zijn om voor deze oplossing te kiezen. Bijvoorbeeld wanneer je een laag rendement haalt op jouw privébeleggingen of omdat de bank weigert geld te lenen aan jouw BV. Een vaak gehoord argument is ook: als jouw BV de lening niet aan je kan terugbetalen, kan een verlies bij jou in privé aftrekbaar zijn in box 1. Dit kan de pijn van het verloren geld weliswaar verzachten, maar wees erop bedacht dat de Belastingdienst met argusogen naar dit soort leningen kijkt. Heb je de pech dat de fiscus concludeert dat het hier bijvoorbeeld om een ‘bodemloze-put-lening’ gaat, dan is het verlies niet aftrekbaar…

Nog meer fiscale consequenties…

Verstrek je een geldlening aan jouw BV tegen een te hoge rente, dan kan de Belastingdienst het niet-zakelijke deel van de geldlening zien als een verkapte winstuitdeling aan privé. Gevolg: belasting in box 2. Bovendien wordt de rente over het niet-zakelijke deel van de geldlening aangemerkt als een niet-aftrekbare rentelast. Je kunt deze gevolgen beperken door in de leningsovereenkomst een ‘glijclausule’ op te nemen. Als de Belastingdienst het rentepercentage niet accepteert, bepaalt deze clausule dat dit percentage wordt aangepast aan de rente die de belastinginspecteur vaststelt. Lees ook onze blog; “Betaal ik te veel belasting?

… maar ook juridische consequenties

Als directeur-grootaandeelhouder heb je feitelijk twee petten op: die van aandeelhouder en die van bestuurder. Als bestuurder kun je besluiten dat de BV geld leent of uitleent. Maar wanneer dit leidt tot benadeling van de BV, heb je een probleem. Je kunt namelijk het verwijt krijgen dat je je niet als een goed bestuurder hebt gedragen. Het gevolg daarvan is, is dat je mogelijk hoofdelijk aansprakelijk gesteld wordt.

Zorg dat je een geldleningsovereenkomst altijd schriftelijk vastlegt, ongeacht of het gaat om een lening aan of van jouw BV. Het is hierbij van belang dat je zakelijke leningsvoorwaarden opneemt, zoals een zakelijke rente, een aflossingsschema en eventueel ook te stellen zekerheden.

Extra informatie toevoegen aan deponeringsstukken

Bedenk bovendien dat bij de deponering van de jaarrekening bij de Kamer van Koophandel leningen, voorschotten en garanties aan bestuurders (en commissarissen) moeten worden toegelicht. Vermeld ook het openstaande bedrag, de rentevoet, de belangrijkste overige bepalingen en de aflossingen gedurende het boekjaar en geef – waar nodig – extra toelichting.

Dus: jouw BV als persoonlijke bankier?

Lenen van of aan jouw BV kan aantrekkelijk zijn, maar onderschat de mogelijke consequenties niet! Neem daarom, voordat je hierover daadwerkelijk beslist, contact met mij op. Lees ook “Hoe helpt een accountant bij de bedrijfsvoering.” 

 

Gerelateerde Artikelen

Fill out my online form

Share: