Het hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat beslissend is of mevrouw als thuiszorg verlenende verpleegkundige, voldoende zelfstandig is ten opzichte van de zorginstellingen.
Belanghebbende is verpleegkundige en verricht in 2008 werkzaamheden in de thuiszorg. Dit geschiedt meestal via vijf AWBZ-erkende thuiszorginstellingen en incidenteel rechtstreeks. Voor 2008 heeft mevrouw geen verklaring arbeidsrelatie (VAR).
Voor 2009 tot en met 2013 heeft mevrouw steeds een VAR gekregen met als kwalificatie winst uit onderneming. Voor 2008 is in geschil of mevrouw een IB-onderneming drijft. Volgens Rechtbank Gelderland geniet mevrouw geen winst uit onderneming.
Bij zorg in natura wordt de factuur namelijk niet betaald door de zorgvrager, maar wordt deze vergoed uit het AWBZ-budget. Slechts in een enkel geval verricht mevrouw ook rechtstreeks particuliere zorg. Het hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het beslissend is of mevrouw als thuiszorg verlenende verpleegkundige voldoende zelfstandig is ten opzichte van de zorginstellingen. Het maakt dus niet uit dat de AWBZ niet zou toestaan dat (thuis)zorg in natura rechtstreeks aan de zorgvragers wordt verleend.
De zelfstandigheid van mevrouw blijkt onder meer uit het feit dat zij niet verplicht is opdrachten te aanvaarden, dat zij zich kan laten vervangen en dat de werkzaamheden naar eigen inzicht en zonder toezicht worden uitgevoerd. Voorts loopt mevrouw wezenlijke risico’s met betrekking tot het behalen van omzet en qua aansprakelijkheid.
Heeft u vragen over uw ondernemerschap of wilt u aanvullende informatie. Neem dan gerust contact op met één van onze kantoren, 0297- 23 17 17 en vraag naar Gerard van’t Hul.