Bij de Eerste Kamer is een wetsvoorstel in behandeling dat de beperking in de opbouw van vakantierechten tijdens ziekte opheft en tegelijk een vervaltermijn voor vakantiedagen invoert. Het voorstel heeft betrekking op het aantal vakantiedagen waarop een werknemer wettelijk gezien minimaal recht heeft. Vakantierechten die een werknemer heeft boven het wettelijk minimum, de zogenaamde bovenwettelijke vakantiedagen, vallen niet onder de werking van het wetsvoorstel. Volgens de huidige wetgeving bouwen langdurig zieke werknemers na zes maanden ziekte geen vakantierechten meer op. Dat is niet in overeenstemming met de Europese regelgeving, zo blijkt uit een arrest van het Hof van Justitie EU. Door het opheffen van de beperking in de opbouw van vakantiedagen zullen langdurig zieke werknemers over een periode van 2 jaar maximaal 30 vakantiedagen meer opbouwen dan nu het geval is.
Er wordt een vervaltermijn voor de minimum vakantiedagen ingevoerd om werknemers te stimuleren regelmatig vakantiedagen op te nemen. De vervaltermijn geldt zowel voor gezonde als voor zieke werknemers. Er geldt een uitzondering voor werknemers die niet in staat zijn om het minimum aantal vakantiedagen op te nemen.
Als een werknemer niet alle minimum vakantiedagen in het opbouwjaar heeft opgenomen, komen deze een half jaar na afloop van het opbouwjaar te vervallen, tenzij de werknemer tot aan dat tijdstip niet in staat was deze dagen op te nemen. Een zieke werknemer wordt in staat geacht om minimum vakantiedagen op te nemen als het re-integratie traject is gestart.
In het belang van de werknemer worden de vakantiedagen die als eerste zullen vervallen of verjaren als eerste afgeboekt bij opname van vakantie. Het is de bedoeling dat de wetswijziging op 1 januari 2012 ingaat.