Hoge Raad benadrukt belang van ondernemerschap bij beoordeling arbeidsrelatie

Tot nu toe werd bij de beoordeling van een arbeidsrelatie vooral gekeken naar factoren zoals leiding en integratie in een organisatie. De Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties) legt de verantwoordelijkheid bij zowel opdrachtgever als opdrachtnemer om te bepalen of er sprake is van een dienstverband of zelfstandigheid. De recente uitspraak van de Hoge Raad voegt hieraan toe dat ondernemerschap even zwaar moet wegen als deze andere factoren. Dit betekent dat het niet alleen meer gaat om hoe iemand het werk uitvoert, maar ook om hoe het ondernemerschap aantoonbaar wordt gemaakt.

Wat betekent deze uitspraak in de praktijk?

De Hoge Raad heeft hiermee een belangrijke richting aangegeven. Het gerechtshof moet nu beslissen of het deze lijn volgt. Als dat gebeurt, is de kans groot dat er verdere juridische stappen worden gezet, waardoor de zaak opnieuw bij de Hoge Raad terecht kan komen. Hoewel deze ontwikkeling nog niet direct gevolgen heeft, geeft het wel een duidelijke indicatie van de toekomstige beoordeling van arbeidsrelaties.

Wat verandert er als het gerechtshof deze lijn volgt?

Als het gerechtshof de uitspraak van de Hoge Raad overneemt, betekent dit:

• Ondernemerschap wordt doorslaggevender – Hoe meer iemand kan aantonen als ondernemer te werken, hoe groter de kans op erkenning als zelfstandige.
• Zelfde werk, andere uitkomst mogelijk – Twee personen die hetzelfde werk doen bij dezelfde opdrachtgever kunnen verschillend beoordeeld worden, afhankelijk van hun ondernemerspositie.
• Meer juridische zekerheid voor echte zzp’ers – Zzp’ers die hun ondernemerschap aantoonbaar maken, lopen minder risico om als werknemer te worden beschouwd.
• Opdrachtgevers mogelijk minder huiverig – Door meer duidelijkheid over wanneer iemand echt zelfstandig is, kan de terughoudendheid bij opdrachtgevers afnemen.

Hoe wordt ondernemerschap beoordeeld?

Nu ondernemerschap een grotere rol gaat spelen, is de vraag: hoe toon je aan dat je ondernemer bent? De Belastingdienst en rechters zullen waarschijnlijk kijken naar factoren zoals:

• Meerdere opdrachtgevers – Werken voor meerdere opdrachtgevers wijst op zelfstandigheid.
• Zelfstandig werven van opdrachten – Actief nieuwe klanten zoeken en eigen marketing voeren is een teken van ondernemerschap.
• Vrije tariefbepaling – Zelf tarieven bepalen wijst op zelfstandigheid, terwijl werken tegen een vast tarief dat de opdrachtgever bepaalt kan duiden op een dienstverband.
• Eigen investeringen en risico’s – Investeren in marketing, software of opleiding toont ondernemerschap aan.
• Zichtbare ondernemersuitingen – Denk aan een eigen website, KvK-inschrijving en btw-nummer.
• Autonomie in de uitvoering van werk – Zelf bepalen hoe het werk wordt uitgevoerd is een kenmerk van zelfstandigheid.
• Ondernemersverzekeringen en pensioenvoorziening – Zelf zorg dragen voor pensioen en verzekeringen wijst op ondernemerschap.
• Verantwoordelijkheid voor het eindresultaat – Eindverantwoordelijk zijn en fouten zelf oplossen is een belangrijk onderscheid met loondienst.
• Gebruik van eigen middelen en gereedschappen – Werken met eigen apparatuur versterkt de zelfstandige status.
• Eigen huisstijl en werkwijze – Een herkenbare bedrijfsidentiteit helpt bij het aantonen van ondernemerschap.

Een stap vooruit voor zelfstandigen

Deze ontwikkeling kan zzp’ers meer zekerheid bieden en opdrachtgevers helpen zonder onnodige zorgen met zelfstandigen samen te werken. Het standpunt van de Hoge Raad is nog geen definitieve uitkomst, maar als het gerechtshof deze lijn volgt, kan dit betekenen dat minder zelfstandigen onterecht als werknemer worden aangemerkt.

Wil je op de hoogte blijven van de nieuwste ontwikkelingen rondom zzp-wetgeving en wat dit voor jou betekent? Volg ons dan op LinkedIn en blijf geïnformeerd!