0297-231717
De vorige zin moet je even op je laten inwerken. Veel installatiebedrijven en hun eigenaren zijn – overigens terecht – gericht op het maken van winst. Daarbij moet de kasstroom echter niet uit het oog verloren worden.
Wat is het verschil tussen winst en kasstroom?
Vandaar dat ik hier kort het verschil tussen kasstroom en winst zal uitleggen. In de installatiebranche zijn vier zaken van belang:
1. Voorraad – meer voorraad betekent minder geld. Je zou over een periode van zes maanden een winst behaald kunnen hebben van € 100.000 maar nul euro kasstroom hebben omdat je dit in voorraad hebt gestoken. Bijvoorbeeld om je installatiebedrijf te laten groeien of om voordeel te behalen door kortingsacties van de leverancier. Wees hier voorzichtig mee.
2. Crediteuren – de rekeningen die je moet betalen. Wanneer je gedurende de maand alle leveranciers hebt betaald, dan vermindert de kasstroom. Een voorbeeld: je begint de maand met € 100.000 aan crediteuren en eindigt met € 35.000, dan heb je je kasstroom verlaagd met € 65.000. Een winst van € 150.000 is dan slechts een kasstroom van € 85.000.
3. Debiteuren – geld van klanten dat nog ontvangen moet worden. Dit is het geld dat je hebt uitgeleend aan jouw klanten. Inderdaad, je leent geld uit. Dit werkt het tegenovergestelde van de crediteuren, wanneer je debiteuren toenemen dan is je kasstroom lager. Dus hoe beter je bent in het beheersen van ontvangsten van klanten, dan is er een hogere kasstroom in je bedrijf.
4. Belastingen – Installatiebedrijven betalen in ieder geval btw, loonbelasting en vennootschaps- of inkomstenbelasting. De btw betaal je per maand of kwartaal. De loonbelasting betaal je maandelijks achteraf. De vennootschaps- en inkomstenbelasting wordt op twee manieren betaald: maandelijks gedurende het jaar en jaarlijks een afrekening achteraf. Zorg ervoor dat je niet verrast wordt door een hoge jaarlijkse naheffing of dat je maandelijks teveel geld betaalt want dit verlaagt de kasstroom.
Het gaat er om alle vier van deze aspecten te beheersen. Ze kunnen je bedrijf maken of breken. Check zelf eens waar je staat in je bedrijf en waar je winst in geld gebleven is. Betaal je al een voorlopige aanslag aan de Belastingdienst? Zo ja, klopt dit bedrag? Zo nee, wat moet je nog betalen? En verder: heb je die voorraad echt nodig? En betaal je je leveranciers niet te snel?
Debiteuren
Het laatste punt dat ik wil maken is je debiteuren. Geld uitlenen aan je klanten is onderdeel van je bedrijfsvoering, maar wat weet je over je klanten? Hoe goed beheersen zij hun kasstroom en hun bedrijf? Dit is een belangrijk punt om rekening mee te houden. Bouw hier een strategie omheen om het risico van wanbetaling te minimaliseren. Ga eens door je debiteurenlijst heen om te zien aan wie je geld uitleent. Vraag jezelf af of ze niet een te goed leven hebben van jouw geld. Dit heb ik meerdere keren zien gebeuren.
Voor een totaal overzicht van manieren om de kasstroom te verbeteren: download de exclusieve Strategiekaart met meer dan 225 manieren om je resultaat en kasstroom te verbeteren door hier te klikken.